Fotogalerij van een Grumman S2F-1 Tracker,
The Grumman S-2 Tracker (previously S2F prior to 1962) was the first purpose-built, single airframe anti-submarine warfare (ASW) aircraft to enter service with the U.S. Navy. Designed and initially built by Grumman, the Tracker was of conventional design with twin reciprocating propeller engines, a high wing and tricycle undercarriage. The type was exported to a number of navies around the world. Introduced in 1952, the Tracker and its E-1 Tracer derivative saw service in the U.S. Navy until the mid-1970s, and its C-1 Trader derivative until the mid-1980s, with a few aircraft remaining in service with other air arms into the 21st century. Argentina and Brazil are the last countries to still use the Tracker.
Bron: Grumman S2F-1 Tracker op Wiki
Meer info:
De Grumman S-2 Tracker was een tweemotorig, propelleraangedreven vliegtuig ontworpen voor onderzeebootbestrijdingsmissies (ASW). Het was het eerste vliegtuig in zijn soort dat detectiesensoren en wapens combineerde in één casco, waardoor het efficiënter en veelzijdiger was dan zijn voorganger, de Grumman AF Guardian. De Tracker kwam in 1954 in dienst bij de Amerikaanse marine en werd ook geëxporteerd naar verschillende andere landen, waaronder Canada, Australië, Japan en Argentinië. De Tracker had een bemanning van vier, een hoge vleugel die kon worden opgevouwen voor opslag op vliegdekschepen, en een driewieler landingsgestel. Het was uitgerust met een zoekradar, een magnetische anomaliedetector, sonoboeien en verschillende soorten torpedo's, dieptebommen en raketten.
De Tracker had een maximumsnelheid van 404 km/u, een actieradius van 1.400 km en een serviceplafond van 6.900 m. De Tracker werd geproduceerd in verschillende varianten, zoals de WF Tracer (later E-1 Tracer), die een grote koepel had voor vroegtijdige waarschuwing in de lucht, en de TF Trader (later C-1 Trader), die werd gebruikt voor levering aan boord van vervoerders. De Tracker werd in 1976 buiten dienst gesteld bij de Amerikaanse marine, maar sommige versies bleven tot in de 21e eeuw in dienst bij andere luchtmachten.